"Maatwerk kan slechte wetgeving of slechte uitvoering niet compenseren"

Gerrit Jan Olthoff is directeur van de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) en een van de trekkers van het WaU-thema wetgeving. Hij werkte achtereenvolgens aan beleid op het ministerie van Justitie, in de leiding van de uitvoeringsorganisatie IND, opnieuw aan beleid op het ministerie van Verkeer en Waterstaat en sinds 9 jaar weer in de uitvoering bij de NIWO.

Door Hans van der Lee

Maatwerk, wat betekent dat?

“Het hanteren van de menselijke maat in dienstverlening moet natuurlijk uitgangspunt zijn, natuurlijk gedrag van de publieke dienstverleners. Voor specifieke groepen kom je vervolgens uit op maatwerk in de betekenis van dienstverlening op maat. Om uiteindelijk uit te komen bij juridisch maatwerk, d.w.z. de ruimte om in uitzonderlijke gevallen af te wijken van de hoofdregel. Met een feedbackloop als je constateert dat de regelgeving verkeerd uitpakt. Dat lesje hebben we wel geleerd: handel wanneer blinde toepassing van regels leidt tot onevenredige benadeling van de burger of de doelstelling van de wet niet wordt bereikt! Maar: maatwerk kan niet de pleister op de wonde zijn van slechte wetgeving of slechte uitvoering. Ik citeer daar onze Nationale Ombudsman.”

Hoe vergroot je de kwaliteit van de wetgeving?

“Justitie en Veiligheid is echt goed bezig. Haar traditionele rol van het op onderdelen ‘doorlichten’ van wetgeving van andere departementen wordt steviger opgepakt. Daarnaast zou ik gedragsdeskundigen standaard betrekken bij de totstandkoming van wet- en regelgeving. Een jurist kijkt nu eenmaal met de juridische bril naar de werkelijkheid. En een internetconsultatie trekt vooral digitaal vaardige, meest hoogopgeleide mensen. Verder moet het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) breder worden toegepast. Dit goede instrument wordt helaas nog niet op grote schaal gebruikt. Ook daar wordt nu hard aan gewerkt. En dat geldt ook voor aanscherping van de Algemene wet bestuursrecht waarmee BZK bezig is.”

Minder streng zijn als een fout is gemaakt

“Die menselijke maat kun je als overheid laten zien in je gedrag tegenover de burger. Stel er is een beschikking uitgestuurd. De ontvanger laat na om op tijd bezwaar te maken, vanwege een ingrijpende gebeurtenis zoals een sterfgeval of een ernstig ongeval. Waardoor het fysiek of geestelijk even niet ging. Zo’n termijnoverschrijding moet dan geen issue zijn. Bestuur en  rechterlijke macht zullen meer ruimte moeten krijgen om kennelijke fouten gemakkelijker te herstellen.”

Tot slot, moet de politiek zich anders opstellen?

“Ik ben overtuigd van de toegevoegde waarde van een aanvullende uitvoeringstoets op essentiële amendementen en de invoeringstoets nadat een wet is ingevoerd. Geen wetsevaluatie, maar na een jaar kijken of de wet uitpakt zoals die bedoeld is. De Tweede Kamer zou die op waarde moeten schatten. Als een minister aangeeft dat zo’n toets nodig is, moet de Kamer niet zeggen ‘prima, dan nemen wij deze wet alvast aan’. Dus zou je iets in het wetgevingsproces moeten veranderen. Daarnaast is de Staat van de Uitvoering een goed initiatief, dat hopelijk leidt tot meer technische briefings en een grotere opkomst van Kamerleden daarbij. Wat ook helpt, is dat ministers zich mede onder invloed van de ontwikkelingen in de laatste jaren soepeler zijn gaan opstellen over direct contact tussen  Kamerleden en ambtenaren. Kortom, meer aandacht voor de uitvoering!"