Rondetafelgesprekken met Tweede Kamer en uitvoeringsorganisaties

“Maak gebruik van onze oren en ogen van de samenleving”. Die oproep deden uitvoeringsorganisaties aan Tweede Kamerleden tijdens de rondetafelgesprekken op de Dag van de Publieke Dienstverlening. De gesprekken stonden in het teken van informatie-uitwisseling tussen uitvoeringsorganisaties en leden van de Tweede Kamer.

Twee specifieke onderwerpen werden bij de kop gepakt: intensiteit van toezicht en de invloed van veranderende wet- en regelgeving op ICT-infrastructuur. Wat zijn hierbij de dilemma’s en knelpunten in de uitvoering? En welke oplossingen zijn daarvoor te bedenken?

Vera Bergkamp
Beeld: ©Tweede Kamer
Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp

Rondetafelgesprek Invloed wet- en regelgeving op ICT-infrastructuur

Voorzitter gesprek: Evert Jan Slootweg (CDA)
Toelichting vanuit uitvoering:

  • Tineke Bijl - directeur concerndirectie Informatievoorziening en Databeheersing, Belastingdienst
  • Mickie Schoch - directeur Algemene Fiscale Politiek, ministerie van Financiën
  • Rudi Snijders - hoofddirecteur Uitvoering, DUO
  • Fons Dingelstad - directeur Kennis, ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap

Vertegenwoordiging vanuit Tweede Kamer:

  • René Peters (CDA)
  • Tunahan Kuzu (Denk)
  • Hawre Rahimi (VVD)
  • Kauthar Bouchallikh (GroenLinks)
  • Don Ceder (Christen Unie)
  • Léon de Jong (PVV)


Schaarste arbeidsmarkt

Tijdens het gesprek komt naar voren dat de ICT-infrastructuur bestaat uit actualisatie van bestaande systemen en het opzetten van nieuwe systemen voor nieuwe wet- en regelgeving. ICT is een onontbeerlijke factor bij de totstandkoming van goede publieke dienstverlening. Zowel bij de uitvoering van financiën als in het onderwijs wordt benadrukt dat kwalitatief goed opgeleide medewerkers vinden een knelpunt is. De schaarste op de arbeidsmarkt is op sommige terreinen groot. De combinatie van bestaande en nieuwe systemen opzetten, vraagt ook om goede afwegingen gericht op betrouwbare en robuuste dienstverlening met prioritering en fasering. Bij alles vraagt dit van beleidsambtenaren dat zij inzicht hebben in bestaande problematiek bij uitvoering en daarop aan kunnen sluiten.

Vroeg betrekken

De Tweede Kamerleden stelden onder meer vragen over de invoerings- en uitvoeringstoets, waarbij de werking van nieuwe regelgeving wordt getoetst in de praktijk met aandacht voor de doelgroep en de uitvoering. Ook werd besproken in welke mate de uitvoeringsorganisaties hun rol kunnen pakken bij die toetsen, die dus verder gaan dan alleen digitalisering. Vroege betrokkenheid en weten wat écht de bedoeling is van wetgeving helpt daarbij. Een actuele ontwikkeling is de samenwerking tussen verschillende departementen die alle een rol spelen bij bijvoorbeeld het oplossen van problemen. Het is zaak om elkaar dan goed te weten te vinden.

Rondetafelgesprek Toezichtintensiteit

Voorzitter gesprek: Hind Dekker-Abdulaziz (D66)

Toelichting vanuit uitvoering:

  • Gerard Bakker (inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA))
  • Jan-Kees Goet (Secretaris-Generaal ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij)
  • Angela van der Putten (hoofdinspecteur Jeugd en Maatschappelijke Zorg bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd)
  • Annemarie Taal (MT-lid directie Jeugd, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Vertegenwoordiging vanuit Tweede Kamer:

  • Jan Klink (VVD)
  • Eva Akerboom (Partij voor de Dieren)
  • Rens Raemakers (D66)
  • Ruud Verkuijlen (VVD)
  • Jorien Wuite (D66)

Onafhankelijke rol

De toezichtintensiteit gaat bij de NVWA over het percentage bedrijven en het percentage bezoeken aan deze bedrijven. Daarbij staat het publieke belang voorop en niet het economische belang, zo bleek. Het belang van de onafhankelijke positie werd genoemd en het aanbod om kennis en ervaring vroegtijdig ter beschikking te stellen aan beleidsambtenaren en politiek. De systeemwereld en de leefwereld dienen dicht bij elkaar gebracht te worden, zo luidde een conclusie. Er blijkt soms ook spanning te ontstaan tussen de extra politieke wensen en de stapeling van taken. En vanuit Europese regelgeving komen er ook extra regels bij.

Wie spreekt waarop aan?

In de gezondheids- en jeugdzorg staat goede, veilige en toegankelijke zorg voorop en men heeft vertrouwen in de zorgprofessionals. Vragen die daar spelen: waar zet je je toezicht op in? Individueel, zorginstelling, samenwerking tussen instellingen of het stelsel als geheel? Het burgerperspectief is belangrijk en de inspectie haalt dit actief op.

In het gesprek ging het ook over interbestuurlijk toezicht, bijvoorbeeld als het gaat om de lange wachtlijsten in de jeugdzorg. Spreekt de inspectie de gemeenten hierop aan en waar wordt toezicht op gehouden?, vroegen Kamerleden zich af. De gemeenten zullen op hun beurt de aanbieders van zorg dienen aan te spreken, zo werd gesteld.


“Maak het minder complex”

In de slotronde van het gesprek riep de voorzitter op om te komen met punten waarin de Tweede Kamer het beter kan doen als het gaat om de verbetering van de publieke dienstverlening. 'Reductie van complexiteit’ en ‘gebruik maken van onze ogen en oren in de samenleving’, luidde de oproep van de aanwezige uitvoeringsorganisaties. Via technische briefings kunnen signalen gegeven worden, maar ook bij meer van dit soort rondetafelgesprekken.

De tafelgesprekken waren openbaar en kun je terugkijken via Debat Gemist (invloed veranderende wet- en regelgeving op ICT-infrastructuur en toezichtsintensiteit)