"Beleid en uitvoering moeten elkaars taal spreken’’
“De wisselwerking tussen beleid en uitvoering mag geen latere overweging zijn; het moet het vertrékpunt zijn. Beleid kan alleen effectief zijn als het door de uitvoering uitgevoerd kan worden. In alle jaren dat we in de uitvoering werken, hebben we het beiden zelden zo scherp gevoeld als nu: de urgentie om elkaar te begrijpen is groter dan ooit.”

De afgelopen anderhalf jaar zat ik met collega’s uit de publieke dienstverlening regelmatig met een vertegenwoordiging vanuit het kabinet aan tafel. Dat is vaker dan in de rest van mijn loopbaan. Het geeft aan dat er een beweging op gang is gekomen waarin er meer aandacht is voor uitvoering. Dat is essentieel, want beleid moet uitgevoerd en begrepen kunnen worden en aansluiten bij de leefwereld van burgers, instellingen en ondernemers. Wij zijn de ogen en oren voor het beleid. Je hoort regelmatig dat beleidsmakers te weinig in contact staan met burgers. Wij staan elke dag in contact met de burger — vertrouw op de informatie die wij ophalen.”
Actief input gevraagd aan manifestgroep
“De manifestgroep - een informeel netwerk van 17 grote publieke uitvoeringsorganisaties – is daarin een goed voorbeeld. Wat eerst een netwerk was waarin we vooral elkaar vertelden wat we deden, is het nu een plek waar we echt met elkaar spiegelen en structureren: wat hebben we te doen, waarin lijken onze organisaties op elkaar, en waarin juist niet. We worden gevraagd om ons zegje te doen — dat was voorheen wel anders.”
Urgentie versus interne processen
“Wat me zorgen baart, is het verschil tussen de urgentie in de samenleving en het lagere tempo van onze processen. Als we in het huidige tempo doorgaan, verliezen we het draagvlak bij de samenleving. Patronen zijn diep ingesleten, ja. Maar dat betekent niet dat we ons daarbij neer kunnen leggen. We moeten op de uitvoerbaarheid blijven hameren, ook als het schuurt.
Neem de wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer. Dat is een wet geworden, terwijl uitvoerders massaal zeiden: dit is onuitvoerbaar. Wat we nodig hebben is een cultuur waarin we aan de voorkant deze signalen serieus nemen. En ja: dat vraagt ook van de uitvoering om stelling te nemen. Niet alles kan — en dat moeten we durven zeggen.
Bij DUO hebben we een A4’tje dat zoveel tekst bevat dat het helemaal zwart is. Daarop staat alle rijksbrede regelgeving die recent is ingevoerd of die in de pijplijn zit vanuit Nederland of Europa. Het gaat bijvoorbeeld om regelgeving die betrekking heeft op privacy en het gebruik van ICT. We zouden die regelgeving moeten implementeren, maar dat kunnen we met de beste wil van de wereld niet fiksen. Gewoon omdat we daar de capaciteit niet voor hebben, nog los van de benodigde financiële middelen. Daarmee komen we in situaties dat we niet aan de aan ons gestelde eisen kunnen voldoen
Geen ‘nee’ zonder alternatief
Het kan ook anders. “Een goed voorbeeld was een bepaalde motie over examens. Die was voor ons bij DUO onuitvoerbaar. Maar we hebben toen niet alleen ‘nee’ gezegd — we hebben in gesprek met beleid, uitvoering, demissionair minister en Kamerleden alternatieven aangedragen, uitgelegd welke ambities dan moesten worden bijgesteld en waarom. In gesprek met de Kamerleden kwamen we er samen uit. Zo hoort het: politiek maakt de keuzes, maar dan wel met de juiste informatie op tafel.
Ook bij de herziening van het financieringsstelsel voor kinderopvang was de spanning voelbaar. Er was Werk aan Uitvoering 44 / 47 REFLECTIES weerstand — bij beleid én bij ons. De vraag was onder andere wie daarvan de uitvoerder moest worden. Alle organisaties gaven aan dat deze opdracht in de gevraagde tijd niet te kunnen uitvoeren. Met de meest voor de hand liggende organisaties, SVB, UWV, Toeslagen en DUO hebben we toen gezegd, laat ons daar samen een werkorganisatie voor opzetten. Niet vanuit hiërarchie, maar vanuit samenwerking. Wie is waar goed in? Wat vraagt het van ons allemaal? Alleen zo kom je eruit.”
De uitruil hoort erbij — maak het zichtbaar
We kunnen niet zonder vereenvoudiging. Zonder vereenvoudiging loopt de uitvoering compleet vast. Dat kan ook anders. Het is nodig om met elkaar af te stemmen dat vereenvoudigen uitruil consequenties heeft en dat we die moeten willen accepteren om ervoor te zorgen dat de publieke dienstverlening niet helemaal vast loopt.
Vertrouwen op de publieke dienstverlener
“Publieke dienstverleners staan dagelijks in contact met burgers. Dat levert zeer waardevolle informatie op. Mijn advies voor beleidsmakers is: vertrouw op die informatie en luister naar die praktijk. En betrek die uitvoeringsprofessionals, ook als het spannend wordt. Dat vraagt wél iets van de dienstverleners zelf: zij moeten zich bewuster worden van het belang van hun rol. In overheidsland spreken we vaak over de driehoek opdrachtgever-opdrachtnemer-eigenaar. Maar die driehoek is een ruit: politiek moet eerder betrokken worden, zodat er voldoende tijd is om naar elkaar te luisteren en tot elkaar te komen. Zeker bij amendementen geldt: voer áltijd een uitvoeringstoets uit. Hier hoeven geen regels voor te worden opgetuigd: we kunnen vandaag met elkaar afspreken dat er na elk amendement altijd eerst een snelle uitvoeringstoets wordt gedaan voordat er stemming over is.
Doorbraakteams en het Beleidskompas helpen
De WaU-doorbraakteams zijn sterk: ze kijken naar onderwerpen als gegevensdeling, vereenvoudiging, samenwerking met politiek. En het Beleidskompas biedt een manier om beleid doordachter, uitvoerbaarder te maken. Mits het niet alleen het zetten van een vinkje is, maar écht wordt doorleefd. Wat ik echt belangrijk vind, zeker gelet op alle politieke, snelle wisselingen, is dat je als ambtelijk apparaat voor de lange termijn gaat ontwerpen. Niet alleen reageren, maar ook richting geven. Niet alleen oplossen, maar ook voorkómen. We hebben de verantwoordelijkheid om die lange lijnen zichtbaar te maken en mee te geven aan beleidsmakers en de politiek.”
Meer achtergrondinformatie
Dit interview is gepubliceerd in de Voortgangsrapportage van Werk aan Uitvoering 2024.
Bekijk en lees ook de andere reflectiegesprekken en de 3 interviews van IPW, PMM en CJIB (CRI) uit de voortgangsrapportage.